Alphons van Dijk (1940) studeerde aanvankelijk katholieke theologie maar stapte door toenemende twijfel in 1966 over naar religiestudies in Nijmegen met als zwaartepunt hindoeïsme en boeddhisme. Na zijn afstuderen was hij vanaf 1970 – 1989 docent aan enkele Duitse universiteiten, was in die periode vanaf 1979 tevens deeltijddocent aan de HBO opleiding voor humanistische raadslieden in Nederland voor het vak Niet-westerse religies. Van 1989 - 2005 was hij docent en later hoofddocent aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht met als opdracht Niet-westerse religies/spiritualiteit in relatie tot humanisme. Hij schreef o.a. over Verlichting in boeddhisme en humanisme en publiceerde tevens over Surinaams hindoeïsme in Nederland. Hij was lid van commissies die de overheid moesten adviseren over de professionalisering en integratie van bijv. islamitische en hindoeïstische geestelijke verzorging in de zorgsector, bij Justitie en Defensie en over de visie op orgaandonatie van moslims, hindoes en boeddhisten. Hij was lange tijd secretaris van het Humanistische Verbond in de regio Zeist e.o. en is actief in de Walkartgemeenschap.
Door | Drs. Alphons van Dijk |
Datum | Woensdagen 28 februari en 27 maart 2024 |
Tijd | 14.30 - 16.00 uur |
Plaats | Walkartcentrum, Kerkweg 19, Zeist |
Opgave bij | Ineke Krediet, tel. 030 6923828 of via de contactpagina |
Kosten | Per middag € 7,00 voor leden en vrienden van de Walkartgemeenschap; € 10,00 voor anderen. U kunt met een QR-code betalen. Koffie en thee worden u aangeboden door de Walkartgemeenschap. |
Van godsdienst naar religie, religiositeit en levensbeschouwing
Wat te denken van godsdienst of religie? Lange tijd was dat duidelijk. Er was één model van godsdienst: het christendom, de godsdienst van alle Europeanen en bedoeld voor alle mensen. Wilde je daar veel van weten dan studeerde je godgeleerdheid. Ook werden de hoofdtrekken van het christendom spontaan toegepast op de omgang met andere godsdiensten, als men daar al aandacht voor had. Immers, het christendom was de enig ware of in ieder geval de hoogste vorm van godsdienst in de wereld. Deze visie liep parallel met de opvatting dat de Europese cultuur de hoogste vorm van beschaving was en daarom over de hele wereld kon worden uitgebreid.
De slogan was: van Mythos naar Logos.
Maar in Europa zelf begon met de Renaissance een langzame verschuiving van op een ‘bovenwereld’ gerichte aandacht naar het ‘binnenwereldse’; de zelfstandigheid en waardigheid van de mens kwam meer in de aandacht. Tegelijkertijd sijpelde langzaam meer kennis Europa binnen over de ‘heidenen’ en hun soms niet te ontkennen tekenen van beschaving. Hun talen en heilige boeken begonnen medio negentiende eeuw bij geleerden schemerend bekend te raken. Sommige missionarissen/zendelingen begonnen te beseffen dat hun werk wellicht succesvoller zou zijn als ze aanknoopten bij ‘inheemsche’ visies, gewoonten en taalgebruik in plaats van die alleen te veroordelen als ‘heidensch’ ,‘afgoderij’ of ‘barbaarsch’.
Zo ontstond langzamerhand wat voorheen godsdienstwetenschap of the Study in the History of Religions (mv) werd en tegenwoordig in Nederland Religiestudies of Science of Religion wordt genoemd. Dit in onderscheid met godgeleerdheid of theologie, want over het
bestaan van god/God laat wetenschap zich niet uit. Ze kan wel onderzoeken waarom en hoe mensen in allerlei gemeenschappen in vele mythen en rituelen met Hem/Haar/Het en daarmee met hun eigen leven/dood bezig zijn. Termen als levensbeschouwing en zingeving komen steeds meer in zwang.
Naast deze thematiek wil ik vooral de tweede middag de vraag stellen, wat deze ontwikkeling deed en doet met de beoefenaars van religiestudies. Zich bezighouden met religie of levensbeschouwing is immers niet alleen een zaak van het nuchter onderzoekende intellect maar van de hele mens.