terugkijken is fijn, ondanks alles
ACCEPTEER EEN NEGATIEVE KANT VAN JEZELF EN DOE ER WAT AAN
Ik kom uit een groot katholiek gezin van tien kinderen. We woonden in Arnhem. Ik had zes broers boven mij, ik was het eerste meisje in het gezin. Zeven was ik toen - na nóg een broertje - mijn zusje werd geboren. Daar was ik niet zo blij mee, ik had er vanaf het eerste moment moeite mee. En later leek het ook nog eens of alles haar gemakkelijker afging en zij in alles beter was. Dat bezorgde mij een minderwaardigheidsgevoel. Ook had ze al vroeg, ze was nog maar zestien, een vast vriendje. Ik was dus jaloers.
Ik ben altijd een peinzend, nadenkend persoontje geweest. Ik sprak me niet zo uit, slikte veel in en heb jaren aan dat gevoel gewerkt en heb het eindelijk toen ik ouder was met haar besproken. Ik wilde er vanaf, want het was iets dat ik niet in mijn leven wilde.
MET DOORZETTINGSVERMOGEN KOM JE PROBLEMEN TE BOVEN
Het eerste wat daarna bij mij bovenkomt is de oorlogstijd. We hebben als gezin ‘de slag om Arnhem' meegemaakt en een bombardement op zondag 17 september 1944[1] . Mijn moeder ging op die historische, zonnige zondag met twee van mijn broers en mij even een wandelingetje maken en een kaarsje opsteken in onze Eusebiuskerk, omdat we daar die morgen niet waren geweest. Op het moment dat we met nog enkele andere mensen in de kerk waren klonk er luchtalarm. We gingen naar buiten, niet naar huis, maar naar het huis van een tante, die dicht bij de kerk woonde. Op het moment dat we daar aankwamen viel er een bom tegen het huis. Mijn moeder raakte heel zwaar gewond, ik had meerdere kleine verwondingen, maar mijn twaalfjarige broer overleed door de luchtdruk, mijn achtjarige broertje werkte zichzelf uit het puin en holde op een draf naar huis, helemaal onder het gruis. Rode Kruismedewerkers kwamen ons snel uit het puin bevrijden. Mijn moeder heeft enkele maanden in het ziekenhuis gelegen. Mijn zusje was 3½ maand oud en kwam ook in het ziekenhuis terecht. We werden met het gezin geëvacueerd en woonden acht maanden bij een boer op de Veluwe in een groot kippenhok, dat uit twee ruimten bestond. Die boer had zelf een groot gezin en ook nog familieleden in huis en onderduikers. We voelden ons daar helemaal geborgen en hebben geen honger hoeven lijden. De gevolgen van dat bombardement waren indrukwekkend. Mijn ouders waren beiden sterk en hadden veel steun aan hun geloof. Zo zijn zij er - met ook heel veel geluk - weer bovenop gekomen. Op 1 januari 1946 werd mijn laatste broertje geboren, het tiende kind.
ALS JE LOSLAAT STA JE OPEN VOOR HET ONVERWACHTE
Toen ik achter in de twintig was begon ik ernstig na te denken over mijn toekomst. Ik had geen vaste relatie en was al tien jaar onderwijzeres op een jongensschool in Nijmegen. Daarnaast was ik begonnen aan een logopedie-opleiding, want het werk op school met die grote klassen (pas bij 50 leerlingen werden de klassen gesplitst) vond ik niet meer zo prettig. Ik deed logopodie-examen, ging op tennissen en op een schildercursus. Op die schilderlessen ontmoette ik Alphons, die in Nijmegen godsdienstgeschiedenis studeerde en dat klikte heel goed, het bleef klikken en het klikt nu al bijna 54 jaar! Ik heb van dit alles geleerd dat je je eigen lijn moet volgen en dat dan de dingen naar je toe komen.
BIJ TELEURSTELLINGEN KUN JE ALTERNATIEVEN BEDENKEN
Na ons trouwen hebben Alphons en ik van 1970 tot 1989 in Duitsland gewoond. Ik gaf logopedie aan huis. Dat kon toen nog zonder extra accommodatie. Heel afwisselend en mooi werk: kleine kinderen, pubers, volwassenen met stem- en spreekklachten. Ik vond het fijn, maar we vonden het allebei heel erg jammer dat er geen kinderen kwamen. Ook Alphons komt uit een groot gezin. Er waren toen ook nog niet zoveel mogelijkheden om daar ‘alles’ aan te doen. We besloten tot adoptie en wilden onze kinderen niet van ver weg halen, maar liever uit de directe omgeving, uit Duitsland dus, waar we toen woonden. Eerst kregen we een jongetje van twee en een jaar later een meisje van een paar dagen oud. Hoewel het geen ‘biologische’ kinderen zijn, hebben wij ervaren dat ze wel eigen worden. ‘Het groeit aan elkaar’, zeggen we. Vanaf het moment dat kinderen aan je worden toevertrouwd ga je voor hen door het vuur. We hebben de opvoeding niet altijd gemakkelijk gevonden, het was vaak zoeken naar wegen en mogelijkheden, die aansloten bij hun aanleg en karakter. Niet eenvoudig, maar deze ervaringen hebben ons gevormd en verrijkt. Onze kinderen hebben ons ook heel gelukkig gemaakt met kleinkinderen.
KOESTER JE DANKBAARHEID
Als ik zo nadenk over mijn leven dan komen er warme gevoelens bij mij boven. Ik ben blij, een beetje trots en dankbaar voor mijn leven. De jaren die ik nu nog kan leven voel ik als een extraatje, want die hogere leeftijd is er nu eenmaal. De tijd gaat te snel, maar terugkijken is fijn, ondanks alles.
Zo’n kleine twintig jaar geleden was ik af en toe op zoek naar een inspirerende ‘club’ om van gedachten te wisselen over ‘het leven’. Ik ben bij de Walkart terecht gekomen via Alphons, die deze groep o.a. had leren kennen door de Walkartontmoetingen. Wat ik er vind is heel veel: vrijheid van denken, warmte en interesse voor grote en kleine wereldproblemen, voor de geest van deze tijd, culturele en kunstzinnige geluksmomenten. Dat ik aan dit alles ook een klein beetje kan bijdragen onderstreept mijn gevoel van dankbaarheid. Zo hoop ik nog een tijdje mee te mogen doen.
maart 2021
[1] Het was op die dag het begin van de Slag om Arnhem, als onderdeel van de Operatie Market Garden. Het is, na de Slag om de Schelde, de grootste operatie op Nederlands grondgebied tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het was voor de geallieerden en Nederland grotendeels een mislukking doordat de brug in Arnhem over de Rijn niet kon worden ingenomen. Mede hierdoor werd het noorden en westen van Nederland niet bevrijd en kreeg te maken met de hongerwinter.