Remmert Köster en Coby Geysel

Kleur je wereldbeeld eens anders in!

door Addy Manneke

PRET IS BRON VAN LEVENSLUST

REMMERT: Over levenslessen heb ik niet zo nagedacht. Ik realiseer me wel dat pret voor mij een grote bron is van levenslust. Pret is een mooi woord dat niet zoveel meer wordt gebruikt. Mensen hebben ook vaak te weinig pret. Die moet vanuit je binnenste komen, als je geniet van wat er op dat moment is, je moet ervoor openstaan. Met een klein kind kun je op die manier pret hebben.

COBY vult aan: Je ziet het gebeuren als grootouders bezig zijn met hun kleinkinderen als die nog klein zijn. Vooral als ze zich onbespied wanen dan zie je soms wat voor gekkigheid ze kunnen uithalen, dan zijn ze kind met het kind.

Dat pret maken zoals kinderen dat doen heeft Remmert in zekere zin nooit losgelaten. Tijdens onze eerste vakanties samen wandelden we veel en dan maakten we soms onderweg ook gekke pret. Dat was voor mij nieuw en aantrekkelijk, want ik was als kind eigenlijk al volwassen. Die aparte humor van Remmert, daar kan kan ik echt van genieten. Verder zijn we heel verschillend, daarin zit ook de aantrekkingskracht.

In Remmert zit een soort oerkracht, heel diep geworteld in de aarde en ik zit vaak heel hoog in de abstractie van de filosofie.

 

                                                                                                                                                        

WEES OPEN OVER JE VERLIES

COBY: Apart en samen hebben we nogal wat dramatische gebeurtenissen meegemaakt. We kennen elkaar van onze wiskundestudie aan de universiteit van Amsterdam, maar onze relatie is pas later begonnen. Heel bepalend was voor mij: met wie wil je kinderen, want ik wilde graag kinderen. Dat is helaas niet goed verlopen. In 1977 kregen we een dochtertje, Iris. Zij werd drie weken te vroeg geboren. Dat was op de dag dat ik de laatste punt in mijn proefschrift zette. Je kunt er een parallel in zien: in je lichaam is iets bezig vorm te krijgen en om een proefschrift te schrijven moet je ook iets vormgeven. Iris werd geboren met een open ruggetje en is maar 123 dagen (Remmert) geworden. Ze werd half december geboren en is op 15 april overleden (Coby). Al weken tevoren hadden we een geboortekaartje ontworpen. Op de voorkant zou een foto komen van een beeldje van een moeder met een pasgeboren baby op de arm. De fotograaf meldde dat het beeldje bij het maken van de foto was beschadigd. Voor mij was dat een teken dat er iets mis zou zijn met de baby en dat was dus ook zo. De beschadiging van het beeldje bleek, net als bij Iris op de rug van de baby. Over het korte leven en het verlies van Iris zijn we altijd erg open geweest. Dat is onze redding geweest. We hebben intens genoten, ondanks alles, zowel van de onbekommerde zwangerschap als van de vier maanden daarna.

Ik was al snel weer zwanger, maar deze zwangerschap moest helaas worden afgebroken. Je verwerkt zulke gebeurtenissen verschillend, we zijn ook heel verschillend. Kan dat goed werken in een huwelijk? Als je een kind verliest kun je elkaar door dat verlies kwijt raken, maar het kan ook een diepere binding geven. We hebben in moeilijke tijden veel steun gehad aan samen wandelen en fietsen en doen dat nog steeds. Daarin kunnen we elkaar ook steeds weer vinden.

 

WISKUNDE HEEFT VEEL TE BIEDEN

REMMERT: Wiskunde is met ons beider leven sterk verweven[1], bij Coby misschien nog wat meer dan bij mij. Het spelelement in de wiskunde boeit me heel erg. Ik word vaak getroffen door schoonheid in de wiskunde. Een dergelijk soort schoonheid vind je ook in combinaties van het schaak- en damspel.

COBY: We kijken op een verschillende manier naar het spelelement in de wiskunde. Remmert gebruikt dat graag voor spelletjes en voor het oplossen van puzzeltjes en ik kijk meer naar het geheel van de theorie.

Het is misschien interessant om te kijken waar het woord wiskunde vandaan komt. Het is bedacht door Simon Stevin (1548-1620). ‘Wis’ kun je lezen als zeker, gewis. Overal elders gebruikt men het Griekse woord Mathematica. Dat woord stond boven de leerschool van Plato en Aristoteles en het betekent in feite: ‘datgene wat men zich eigen dient te maken’. In het Nederlands was het woord voor wiskunde overigens eerst wysconst, de kunst van de wijze.

 

Tegenwoordig zegt men: wiskunde is de wetenschap van patronen en structuren. De wiskunde heeft ons veel technische toepassingen opgeleverd, we kunnen naar de maan, de informatica is er, het internet, exacte vakken als natuurkunde, scheikunde en ook de mathematische biologie. Dat berust allemaal op wiskunde. Die biedt nog zoveel meer, heeft ook een filosofische lading, kan ook een leidraad voor het leven zijn en een hulpmiddel voor de menselijk interactie. Dat zouden Remmert en ik - ook vanuit onze verschillende invalshoeken - graag duidelijk maken aan de Walkart, maar daar moet ik nog wel een taal voor zien te vinden.

Woorden roepen soms verschillende associaties op, ook bij vertalingen gebeurt dat wel. De titel van mijn proefschrift is daar een mooi voorbeeld van. Het is in het Engels geschreven en de titel  

is ‘Trancendency in fields of positive caracteristic’. In het Nederlands is het ‘Transcendentie in lichamen van positieve karakteristiek’. Bij fields krijg je heel andere associaties dan bij lichamen.

 

KLEUR JE WERELDBEELD EENS ANDERS IN

COBY: in 2008 ben ik mandala’s gaan bestuderen, zowel praktisch (tekenen, kleuren, schilderen)  als de filosofische achtergronden. Dat heeft geleid tot een aantal cursussen voor de Walkart in 2009 t/m 2012. Een mandala[2] heeft een diepe spirituele lading. Ik heb een film gezien, waarin Tibetaanse monniken geconcentreerd een mandala maken met speciaal gekleurd zand. Als de mandala is voltooid wordt het zand na enige tijd verzameld in een urn die dan plechtig in een rivier wordt geledigd. Het gaat daarbij om het gemeenschappelijke ritueel, het is typisch westers om er iets individueels van te maken.

REMMERT: Mandala’s zijn ook met schoonheid te verbinden. Ik hoef het niet in zo’n breed kader te zetten, maar het geeft me wel rust om een mandala in te kleuren. Bij de cursussen was ik ook steeds een van de deelnemers.

COBY: Voor elke les van die cursus heb ik een syllabus geschreven, met plaatjes erbij. Remmert heeft die allemaal nagelezen en zei dan soms: ‘hier snap ik geen klap van’. Hij hielp mij om te zoeken naar een formulering die beter te begrijpen was. 

 

Coby haalt enthousiast een grote stapel multomappen erbij met de syllabi. Een indrukwekkend stuk werk. Het valt me op dat je door dezelfde vorm (mandala) anders in te kleuren tot een heel ander beeld komt. Zo kun je ook door je wereldbeeld anders in te kleuren iets heel anders te zien krijgen.

 

 

 

DE WALKART BIEDT BRON VAN INSPIRATIE EN OVERZICHT

COBY: Die mandalacursussen waren niet mijn eerste contact met de Walkartgemeenschap. Op advies van een tante van Remmert ging ik na mijn pensionering in 2001 deelnemen aan de filosofiebijeenkomsten van dr. Rob Nepveu op de vrijdagmorgen. Zodoende kregen we de programmaboekjes en gingen we ook naar de Walkartontmoetingen. Van lieverlee raakte ook Remmert via mij steeds meer bij de Walkartgemeenschap betrokken. Later werd ik door Helma van Remmen gevraagd het gastvrouwschap van de filosofiegroep van haar over te nemen. Dat heb ik dertien jaar gedaan, tot en met september 2020. Remmert hielp me altijd met het inrichten van de Walkartruimte.

COBY EN REMMERT: Wat ons aantrekt in de Walkartgemeenschap is de sfeer, de openheid, de verschillende invalshoeken, en zeker niet te vergeten de literatuurcursussen van Jannie en Bart Ouwerkerk. Op onze leeftijd valt er als het ware een puzzel in elkaar en de Walkart draagt daar veel aan bij. We realiseren ons ook dat drama’s in je leven vaak tot gevolg hebben dat je daarna in een groeiproces terecht komt, in een nieuwe fase, als je jezelf eerst maar een periode van herstel gunt. We ervaren dat je met je 80e in een nieuwe levensfase belandt, die veel goeds en overzicht kan bieden.



[1] Beiden waren docent in de wiskunde: Coby aan de Universiteit van Amsterdam en Remmert aan de Heao In Utrecht

[2] Het woord mandala stamt uit het sanskriet en de letterlijke betekenis is ‘cirkel’. In Van Dale wordt de mandala  omschreven als ‘cirkel of veelhoekige figuur met mythische betekenis bij de boeddhisten, hulpmiddel bij meditatie’. In het Etymologisch woordenboek (Van Dale) staat: ‘cirkel, symbolische uitbeelding van de kosmos’.