Jan Rutteman werd 100 jaar ten tijde van het interview. Afgelopen april 2021 bereikte hij de leeftijd van 102. Zijn auto heeft hij 2 jaar geleden aan de kant gedaan, maar van zijn scootmobiel maakt hij nog graag gebruik.

door Addy Manneke

Maak iets van wat je niet kunt veranderen

1. MAAK IETS VAN WAT JE NIET KUNT VERANDEREN

Toen ik twee en een half jaar was kreeg ik polio. Om die reden heb ik tot mijn twaalfde met een beugel - die steeds werd aangepast - om mijn rechterbeen gelopen. Ik voelde me wel gedupeerd als ik andere kinderen zag spelen, hollen of voetballen. Achteraf zie ik mezelf staan toekijken. Ik heb altijd moeilijk kunnen lopen. Ik ben nooit soldaat geweest, maar dat vond ik niet zo erg. Op de lagere school kon ik goed leren, ook dat heeft een nadeel want dan word je vaak ten voorbeeld gesteld. De overgang naar de middelbare school was daardoor heel groot. Ik heb altijd wat moeite gehouden met lopen, maar uiteindelijk heeft het toch een positieve invloed gehad, want ik heb daardoor leren doorzetten en me aanpassen aan de omstandigheden.

 

2. JE HELPT JE KINDEREN HET BEST DOOR HEN NIET TE HELPEN.

Ik kom uit een gezin met vijf kinderen. Mijn vader was erg dominant en daarmee heb ik heel veel moeite gehad. Mijn moeder had niets te vertellen. Mijn vier jaar jongere broertje had op een keer een naaiboxje voor mijn moeder gemaakt. Het zag er echt leuk uit, maar 

mijn vader zei: ‘als je dat niet beter kunten trapte het zo in elkaar. Dat heb ik heel erg gevonden, maar wat mij nog het meeste stoorde was dat hij daarna jarenlang trots aan anderen vertelde dat hij dit een voorbeeld van goed opvoeden vond. Hij was een tiran in huis vanwege zijn hartkwaal. Als je even tegen hem inging kreeg hij last van zijn hart en moest hij snel een pilletje innemen. Ook mijn zusjes hebben erg onder hem geleden. Hij heeft me tegengehouden in mijn ontwikkeling, ik moest van hem in de zaak (groothandel in tweewielerbanden), en hem opvolgen, maar ik mocht nog geen telmachine aanschaffen. Hij is op zijn 58e overleden aan longkanker, hij had hartklachten en was een zware roker.

Door die dominante vader heb ik zelf vanaf het begin op het standpunt gestaan: ik zal mijn kinderen (vijf) vrijlaten, ik zal ze niet vertellen wat ze moeten gaan doen. Zelf moest ik van mijn vader naar de handelsschool, terwijl ik liever iets anders was gaan studeren. Je kunt je kinderen wel begeleiden, maar ze moeten zelf hun keuzes maken. Dat heeft allemaal goed uitgepakt.

 

3. NIEMAND IS ONMISBAAR, JE KUNT WERK OOK AAN ANDEREN OVERLATEN

Op een gegeven moment kreeg mijn oudste dochter leermoeilijkheden. We gingen met haar naar Langeveld*. Hij kwam met een korte conclusie: ‘Ze heeft een vader nodig’. Ik was gewend dag en nacht te werken, zat ook nog in besturen, maar heb vanaf dat moment het roer helemaal omgegooid. Ik heb personeel aangenomen, zodat ik niet meer alles zelf hoefde te doen. Toen ik daarna een auto-ongeluk kreeg, en er een tijd uit moest om te herstellen, kon de zaak gewoon doordraaien. Ik hield wel het overzicht en toezicht.

 

4. NIET WEGLOPEN ALS HET MOEILIJK WORDT

In de eerste jaren van ons huwelijk heeft mijn eerste vrouw veel meegewerkt in de zaak, maar ze was heel vaak ziek, ze was manisch-depressief. Dat was moeilijk, een ramp af en toe. Ze heeft een aantal malen elektroshocks gehad en is verschillende keren opgenomen geweest. Alleen als ze zwanger was had ze geen klachten. In latere jaren kreeg ze betere medicijnen, die de klachten een stuk nivelleerden. In de laatste jaren van haar leven is ze in een verpleeghuis opgenomen, want ze kreeg Alzheimer.

In de voorbereidingsgesprekken op onze trouwdienst hebben mijn vrouw en ik van Henk Berkhof** de les ‘trouw blijvengeleerd. Ik heb nooit overwogen om te gaan scheiden, dat wilde ik ook zeker niet vanwege de kinderen. Je moet nooit weglopen als het moeilijk wordt. Ik heb er nooit spijt van gehad dat ik bij haar ben gebleven. Dat heeft een goed contact met de kinderen opgeleverd, die dat erg hebben gewaardeerd, ze waren erg op hun moeder gesteld.

 

5. JE MOET DE MENSEN WAT MEEGEVEN, NIET ALLEEN MAAR GEVEN WAT ZE WILLEN.

(Uit het interview met Jan met Matthijs Holtrop voor de NOS-radio op Oudejaarsavond 2018): 

Vroeger luisterde ik naar Wim Kan, maar de cabaretiers van vandaag de dag worden door mij niet gewaardeerd. Daar luister ik echt niet naar. Je moet de massa niet geven wat ze willen, maar de mensen wat meegeven. Dat is volgens mij je taak op dat moment, om wat beschaving mee te geven.

 

6. NIEMAND MOET ME OPLEGGEN WAT IK MOET GELOVEN

Ik heb een hekel aan kerken met strenge, onmenselijke regels. Zo mocht een oom van mijn vader niet in gewijde aarde worden begraven, omdat hij door een ongeval plotseling was overleden, voordat hij het Sacrament van de stervenden toegediend had gekregen. Mijn vader, die toen zes jaar was, is na dit voorval nooit meer naar een kerk geweest. Ik 

ben dus niet godsdienstig opgevoed. Toen ik belijdenis deed in de Hervormde Kerk werd mijn vader weggestuurd van het Avondmaal omdat hij geen belijdend lid was. En de bevriende predikant wilde het huwelijk van mijn zus met een gescheiden man niet inzegenen. Zelf heb ik me later ook laten uitschrijven bij de Hervormde Kerk.

Toen ik op de Zeister radio een keer een preek van Johan de Wit hoorde vond ik die heel bijzonder. Nadat ik wat meer informatie had gevraagd bij Mien van Rhijn, bij wie mijn kinderen op school hadden gezeten, ben ik vervolgens naar de Walkartgemeenschap gegaan. Dat zal omstreeks 2004 zijn geweest.

Ik vind dat er ruimte moet zijn om zelf te denken, een ander moet me niet vertellen wat ik moet doen en laten. Ik kan de bijbelverhalen niet zien als historisch zo gebeurd en God niet als een soort Sinterklaas.

 

7. VERGELIJKEN MAAKT ONGELUKKIG

Twaalf jaar na het overlijden van mijn eerste vrouw ben ik voor de tweede keer getrouwd, nu met Riet dus. Ik voel me een gelukkig mens, maar vroeger was ik ook gelukkig. Ik wil niet vergelijken, want de situatie in mijn tweede huwelijk is totaal anders dan in mijn eerste huwelijk. We hebben het goed samen. We hebben ook heel goed contact met elkaars kinderen.

Door te vergelijken doe je iemand snel tekort, of jezelf. In het algemeen vergelijken mensen teveel. Dat maakt ongelukkig.

 

januari 2019

 

 

*M.J. Langeveld (1905 - 1989) was een van de belangrijkste Nederlandse pedagogen uit de tweede helft van de 20e eeuw.

** Henk Berkhof (1914 - 1995) was een van de meest invloedrijke en in het buitenland bekende Nederlandse theologen van de 20e eeuw.