Alles verandert

Voor WO II was de bevolking van ons land voor het grootste deel christelijk. Er waren drie  groete kerkgenoorschappen, de Rooms Katholieke Kerk, de Nederlands Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerk. Verder waren er verschillende kleine kerken, Joden en andere kleine levensbeschouwelijke groepen.

Dat was ook het beeld na WO II. Alleen kwam er in 1946 het Humanistisch Verbond bij.

Veel humanisten waren van hun kerk vervreemd en moesten niets hebben van religie. Voor hen was religie hetzelfde als godsdienst en dat was voor hun kerkelijk.

Humanisten moesten vaak ook niet veel hebben van vrijzinnigen. Men beschouwde hen als toch nog echt kerkelijk, traditioneel.

Inmiddels is die negatieve houding van humanisten jegens vrijzinnigen aan het afnemen. Humanisten gaan soms ook meer waardering krijgen voor religieuze rituelen die men dan loskoppelt van godsgeloof, maar op zich functioneel acht.

Bij vrijzinnigen zie je tegenwoordig dat men meer problemen krijgt met godsgeloof.

Zo zie je dat humanisten en vrijzinnigen meer naar elkaar toegroeien.

Voor beide stromingen zou meer bezinning op de transcendente dimensie der werkelijkheid, het Mysterie van het Zijn, en openheid voor de betekenis van rituelen en symbolen verrijkend zijn.