Godsdienstfenomenoloog, studie theologie in Leiden. Promotie aldaar (1977).
Rob Nepveu behoort tot de religieus-humanistische stroming binnen Vrijzinnigen Nederland.
De vrijzinnig-Christelijke traditie vormt een belangrijke inspiratiebron voor deze stroming naast andere, waaronder vooral ook de Westerse filosofie.
‘De goede oude tijd’ en ‘continue vooruitgang’: feit of fictie?
Wij hebben de neiging, zeker bij het ouder worden, te denken dat het in het verleden allemaal beter was. We schijnen nl. positieve ervaringen uit het verleden beter te onthouden dan negatieve. Daardoor lijkt het verleden mooier dan het feitelijk is geweest. Daar komt bij dat het verleden gewis, zeker is, want afgesloten. Toekomst daarentegen is ongewis, onzeker. En onzekerheid kan verontrustend zijn.
Prof. dr. S.J. Groenman hield jaren geleden eens een rede getiteld: ieders tijd gaat een tijdje mee. Daardoor kun je zo gemakkelijk spreken met mensen van je eigen generatie. Het is dus niet verwonderlijk dat men gehecht is aan die vroegere tijd waarin men opgegroeid en gevormd is. Het is voor een belangrijk deel ook dat onze levens- en wereldbeschouwing in het verleden is gevormd, al kun je later daarvan in bepaalde opzichten gaan afwijken.
Maar wie kritisch naar het verleden kijkt, ziet wel in dat veel niet zo goed was, vooral op sociaal gebied.
De goede oude tijd: feit of fictie? Beide, zou men kunnen zeggen. De goede oude tijd heeft zeker nooit bestaan, maar voor het gevoel is dat deels wel zo, omdat men het goede beter blijft onthouden dan het slechte.
Dan de gedachte dat er een voortdurende ontwikkeling plaats vindt die alles steeds beter doet zijn. Ook hier moet men kritisch blijven denken. Ja, er is veel vooruitgang geboekt. De wetenschappen hebben ons veel geleerd over de natuur en onszelf. Medisch is er enorm veel mogelijk dat in het verleden ondenkbaar was. Veel zware arbeid hoeft de mens niet meer te verrichten, maar wordt door machines en allerlei apparaten gedaan. En sociaal is er veel bereikt, althans in onze Westerse wereld. Het feit dat mensen steeds mondiger zijn geworden is een gevolg van de ontwikkeling van ons denken. Dat mondiger worden is zeker een vorm van vooruitgang. Zeker, we zijn kritisch geworden en geloven niet meer op gezag van anderen. Maar dat kan er ook toe leiden dat we heel de religieuze traditie waarmee onze cultuur ten diepste verbonden is, gaan verwerpen.
Maar wie o.a. de Bijbelse geschriften leest als literatuur zal in die oude boeken allerlei stemmingen en gevoelens vinden die niet verschillen van de onze. Als mensen in de oude tijden getuigden van het besef dat wij veel niet zelf in de hand hebben, kunnen wij dat slechts beamen. Zij vertaalden dat besef in het geloof in een al-besturende God, waar wij eerder spreken van het Mysterie van het bestaan.
Het is de taak van de vrijzinnigheid na te gaan wat de mensen in het verleden in hun religieuze woorden en beelden wilden uitdrukken om die vervolgens te vertolken in ons meer aansprekende vormen.
Maar nog even terug naar de vraag: is een voortdurende vooruitgang een feit of is het een fictie? Net als bij die goede oude tijd is het allebei. Er is vooruitgang op allerlei punten, maar niet overal en altijd. We zien dat er nooit een volmaakt goede tijd is geweest en we mogen aannemen dat die er ook nooit zal komen.
Daarom: onderzoekt alle dingen en behoudt het goede van het verleden én sta open voor het goede van het heden en de toekomst.