Godsdienstfenomenoloog, studie theologie in Leiden. Promotie aldaar (1977).
Rob Nepveu behoort tot de religieus-humanistische stroming binnen Vrijzinnigen Nederland.
De vrijzinnig-Christelijke traditie vormt een belangrijke inspiratiebron voor deze stroming naast andere, waaronder vooral ook de Westerse filosofie.
Een paar maanden hebben alle leden, vrienden en donateurs van de vereniging Vrijzinnigen Nederland een eenmalig verschijnend magazine ontvangen. Het draagt de titel Hoezo vrijzinnig? Veel mensen die uit de vrijzinnig protestantse traditie stammen zullen zich hebben afgevraagd wat zij met dit blad aan moeten. Om het eigensoortige karakter ervan beter te begrijpen is het verstandig zich af e vragen hoe zo’n blad er 50 jaar geleden uit zou hebben gezien. Ongetwijfeld zou de opmaak heel anders zijn geweest. Nu wordt er met veel kleuren gewerkt. Bovendien worden er vele foto’s afgedrukt, zelfs meer dan één van eenzelfde persoon. Een halve eeuw geleden zou er een enkele zwart-wit foto zijn afgedrukt. Maar niet alleen het uiterlijk, ook de inhoud van het blad zou heel anders zijn uitgevallen. In het blad van 50 jaar geleden zou ongetwijfeld de voorzitter van de vereniging, toen nog Nederlandse Protestantenbond geheten, een voorwoord hebben geschreven. En verder zouden er zeker artikelen zijn opgenomen over theologische onderwerpen, geschreven door vrijzinnige theologen. Wellicht zou men hier en daar afstand hebben genomen van orthodoxe leringen. Mogelijk zou men ook nog aandacht hebben geschonken aan openheid van geest en tolerantie, als kenmerken van vrijzinnigheid. Want vrijzinnigheid kent enerzijds een bepaalde mentaliteit en anderzijds een bepaalde inhoud. Die laatste kent weliswaar een zekere diversiteit, maar aan de andere kant ook een aantal vrijzinnig-protestantse constanten. Kijken we nu naar het moderne magazine, dan valt, buiten het reeds genoemde, de afwezigheid op van wat men inhoudelijk als vrijzinnig- protestantisme beschouwt. De nadruk ligt nu geheel op de openheid van geest, het afwijzen van dogmatisme. Wat er aan inhoud nog overblijft is een soort spiritualiteit waarin van alles bij elkaar wordt gehaald, zonder duidelijke samenhang (zie het eerste artikel). Het blad Hoezo vrijzinnig? is een geschrift waarin de term vrijzinnig vooral in verband wordt gebracht met een openheid van geest. Zo is het opmerkelijk dat de pas aan de Universiteit voor Humanistiek als bijzonder hoogleraar benoemde Laurens ten Kate zich vooral zal bezig houden met maatschappelijke vraagstukken. Wel wil hij ook aandacht schenken aan transcendentie, maar zeker niet aan het vrijzinnig-protestantisme. Nu is dat niet vreemd. Al in 1916 stelde de vrijzinnige theoloog H. Oort dat het dogmatisch Christendom, de orthodoxie, achterhaald is, maar dat ook het historisch Christendom, het vrijzinnig protestantisme voorbij zou gaan. En dat is wat wij nu zien gebeuren. Maar Oort verwachtte wel dat het ideële Christendom zijn verwerkelijking zou krijgen. En dat laatste is eigenlijk een heel laag-drempelige vorm van, zeg maar, religieus humanisme. Voor hem zou dit met name in wat nu de vereniging Vrijzinnigen Nederland heet kunnen plaatsvinden.
Echter, het lijkt mij zinvol dat naast aan praktische problemen vooral ook aan de wijsgerige doorlichting daarvan – om met Prof. P. Smits te spreken – aandacht wordt gegeven. Zeker meer nog dan door Ten Kate wordt genoemd. We mogen zeggen dat de vergelijking van het magazine Hoezo vrijzinnig? met een theoretisch bedacht blad van een halve eeuw terug, ons duidelijk laat zien dat Oort een goede kijk had op wat er in zijn dagen en daarna zou gebeuren.
Voor de vereniging Vrijzinnigen Nederland lijkt de taak weggelegd bij te dragen aan een wijsgerige doordenking van de levensvragen, met erkenning van het Mysterie dat al wat bestaat eigen is.