Godsdienstfenomenoloog, studie theologie in Leiden. Promotie aldaar (1977).
Rob Nepveu behoort tot de religieus-humanistische stroming binnen Vrijzinnigen Nederland.
De vrijzinnig-Christelijke traditie vormt een belangrijke inspiratiebron voor deze stroming naast andere, waaronder vooral ook de Westerse filosofie.
Voor het seizoen 2019-2020 is als jaarthema de vraag gekozen: liever klein dan groot?
Kan dat betekenen dat het bestuur van de Walkartgemeenschap kiest voor een klein aantal leden in plaats van voor een uitbreiding van het ledental? Natuurlijk niet. Want meer leden betekent meer financiële middelen en meer mensen die deel kunnen uitmaken van het bestuur, meer bestuurskracht. Maar soms is klein te prefereren boven (te) groot. B.v. bij gespreksgroepen en cursussen kan een (te) groot gezelschap ertoe leiden dat mensen minder gemakkelijk hun mening durven te geven. In een beperkte groep voelt men zich meer op zijn gemak.
Klein kan de kwaliteit ten goede komen. In bepaalde gevallen is groot een voordeel.
Zo zijn kathedralen zo imponerend, mede door hun omvang. Maar kleine, intieme kerkgebouwen hebben ook een waarde. Men voelt er zich thuis, geborgen. Je hebt iets dergelijks bij musea en grote tentoonstellingen. Je zou het Rijksmuseum, het British Museum of het Louvre niet willen missen. En grote tentoonstellingen laten objecten zien, afkomstig uit vele, vaak ook buitenlandse musea. Dat maakt die exposities zo bijzonder. Maar kleine musea en tentoonstellingen kunnen ook heel interessant zijn.
Zo kennen we bij de studie van het verleden grote overzichten, big history, én de petite histoire. Groot en klein hebben ook hier beide hun betekenis.
In het verleden werd er door theologen een hele heilsgeschiedenis bedacht. En ook op filosofisch terrein is er iets dergelijks geproduceerd – het systeem van de wijsgeer Hegel. Tegenwoordig hecht men niet meer zo’n geloof aan die grote verhalen, maar stelt men zich tevreden met bescheidener visies op ons bestaan. Hier prefereren we klein boven groot.