Wantrouwen en vertrouwen

Er wordt in deze tijd vaak gesproken over het wantrouwen van burgers jegens de overheid. Soms komt dat wantrouwen voort uit het gedrag van overheidsinstanties, zoals bij de toeslagenaffaire. De Belastingdienst ging hier uit van een onterecht wantrouwen jegens alle aanvragers en daarop volgde een terecht wantrouwen van die aanvragers als reactie op het overheidsoptreden.

Volstrekt onterecht is het wantrouwen van de viruswaanzinnigen, de wappies, die beweren dat het virus niets voorstelt en dat vaccineren zinloos is.

Een samenleving kan niet functioneren zonder een gezond wantrouwen van de burgers.

Vertrouwen speelt ook een belangrijke rol in de religie. In de traditionele vorm van het Christendom geloofde men in een God die de gebeden van mensen kan verhoren. Thans huldigen velen een andere opvatting over God. God is tegenwoordig voor velen het Zijnsmysterie, de Dieptedimensie van het bestaan of de Natuur.

Dan is vertrouwen een grondvertrouwen. Een vertrouwen m.b.t. de grond of wel het Mysterie waarin alles zijn grond vindt, of het vertrouwen in de levenskracht die zich in levende wezens manifesteert én het geloof in de naastenliefde die in mensen leeft.

De grondvertrouwen impliceert hoop en inspireert tot naastenliefde en eerbied voor al wat leeft.