Mr.drs. Johan de Wit

Mr. drs. Johan de Wit is onze voorganger. Hij is in Leiden en in Kampen opgeleid tot jurist en theoloog. Naar eigen zeggen heeft hij zijn theologische studie ervaren als een heel uitgebreide cursus algemene ontwikkeling.

 

De verbeelding waartoe de menselijke geest in staat is, blijft hem verwonderen en vanuit die verwondering spoort hij ons aan tot zelfonderzoek.

Alles begint en eindigt bij het kennen van jezelf en wat ons is overgeleverd uit de oude boeken en met name de leringen en uitspraken van Jezus helpen ons daarbij. Door het filter van de man uit Nazareth kunnen wij de wereld anders zien dan wij gewend zijn en dat is, aldus Johan de Wit, het grote geheim van religieus zijn.

 

De vrijzinnigheid is voor hem de enige geloofsrichting waarin het raadsel van de verhouding tussen God en mens en ons bestaan in deze wereld op een aanvaardbare en voorstelbare manier ter sprake gebracht wordt.


Overdenkingen:
De wonderbaarlijke visvangst
20 oktober 2024
de onrechtvaardige rentmeester
22 september 2024
Godsbeelden
16 juni 2024
Pinksteren
19 mei 2024
religie en natuur
21 april 2024
Pasen
31 maart 2024
De zaaier
18 februari 2024
De plaats die je inneemt
21 januari 2024
licht en liefde
25 december 2023
de rijke jongeling
19 november 2023
In de storm
22 oktober 2023
De grensoverschrijdingen van Jezus
10 september 2023
De zaligsprekingen
18 juni 2023
Het vijfde gebod (eert uw vader en moeder)
14 mei 2023
paasoverdenking
09 april 2023
Oordelen
19 maart 2023
De schepping
19 februari 2023
schepping of evolutie
22 januari 2023
kerstoverdenking 2022
25 december 2022
Het offer van Abraham
20 november 2022
Zorgen voor de dag van morgen
16 oktober 2022
De menselijke geest
18 september 2022
herbezinning
04 september 2022
Pinksteroverdenking
05 juni 2022
De Christus van Paulus
15 mei 2022
Paasoverdenking
17 april 2022
Jotam
20 maart 2022
De onzekerheid van de ziel
20 februari 2022
Overdenking (Jezus en de armen)
16 januari 2022
Kerstoverdenking Zeist
25 december 2021
Grenzen van het ego
12 december 2021
Ruth
21 november 2021
Twijfels
17 oktober 2021
Overdenking (Jeremia en Jezus)
19 september 2021
Overdenking (David en Goliath)
15 augustus 2021
demonen
13 juni 2021
Pinksteroverdenking
23 mei 2021
Kerstoverdenking 2020
25 december 2020
150 jaar vrijzinnigheid
22 november 2020
De rijke jongeling
18 oktober 2020
Omgang met elkaar
20 september 2020
overdenking
16 augustus 2020
de creativiteit van eva
21 juni 2020
Paasboodschap 2020
12 april 2020
overdenking Jezus
16 februari 2020
Overdenking Simson
19 januari 2020
kerstoverdenking
25 december 2019
de vrijheid van Paulus
15 december 2019
overdenking
24 november 2019
spiritualiteit toen en nu
20 oktober 2019
Overdenking (wantrouwen machthebbers)
15 september 2019
klein en groot
01 september 2019
Pinksteroverdenking
09 juni 2019
de vrouw
19 mei 2019
de zin van religie
20 januari 2019
spiritualiteit van kerst
25 december 2018
Het kinderpardon
09 december 2018
Vertrouwen
09 december 2018
overdenking (verlies van godsbeelden)
25 november 2018
Overgangen
21 oktober 2018
De anderen
02 september 2018
De richting van je leven
17 juni 2018
Overdenking Pinksteren (bezinning)
20 mei 2018
paasoverdenking
01 april 2018
innerlijke tegenkracht
18 maart 2018
De verlamde man
19 februari 2018
Toren van Babel
21 januari 2018
Kerstoverdenking
25 december 2017
Job
26 november 2017
De zondebok
15 oktober 2017
Het tiende gebod
17 september 2017
vrijheid
03 september 2017
overdenking Pinksteren
04 juni 2017
Meimaand Mariamaand
14 mei 2017
Overdenking Pasen 2017
16 april 2017
Blijf niet staren op wat vroeger was
19 maart 2017
Het nut van religie
19 februari 2017
overdenking kerst
25 december 2016
Beloften
11 december 2016
De roeping van Mozes
20 november 2016
Licht
16 oktober 2016
De ongrijpbaarheid van de liefde
18 september 2016
Schuld en schaamte
03 juli 2016
Angst
19 juni 2016
Pinksterpreek
15 mei 2016
Paaspreek
27 maart 2016
De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan
21 februari 2016
Het vijfde gebod
17 januari 2016
Kerstpreek 2015
25 december 2015
Menselijk tegenover
21 juni 2015
De trooster, heilige geest
17 mei 2015
Macht
15 maart 2015
Grondhoudingen van het koninkrijk
15 februari 2015
Kerstpreek 2014
25 december 2014
Richteren11: 29-35
16 november 2014
Correcties van de ziel
19 oktober 2014
Lazarus
21 september 2014
Licht
18 mei 2014
Paaspreek 2014
20 april 2014
De heilige geest
16 maart 2014
De bruiloft te Kana
16 februari 2014
De verloren zoon
19 januari 2014
Identiteit
17 november 2013
Eerbied voor de schepping
20 oktober 2013
Onze schaduw
15 september 2013
De ander
16 juni 2013
Pinksterpreek
19 mei 2013
Luchtfietserij
21 april 2013
Paaspreek 2013
31 maart 2013
Het koninkrijk van Jezus
17 maart 2013
Bildung
17 februari 2013
Wetenschap en wijsheid
27 januari 2013
kerstpreek 2012
25 december 2012
Wat blijft en voorbijgaat
18 november 2012
Geest
21 oktober 2012
Religie
16 september 2012
Verlangen naar eenheid
17 juni 2012
Het buitenissige
20 mei 2012
De kunst van het liefhebben
18 maart 2012
Verwachtingen
19 februari 2012
Idealisme
29 januari 2012
kerstpreek 2011
24 december 2011
Mens en tijd
20 november 2011
Vrijzinnigheid
16 oktober 2011
Wat beweegt ons?
04 september 2011
Het verlangen naar macht
15 mei 2011
Het verlangen naar macht
17 april 2011
Religie en wetenschap
20 maart 2011
Beeldvorming
20 februari 2011
De grenzen van het ego
23 januari 2011
Kerstpreek 2010
25 december 2010
Richting zoeken
27 november 2010
Metamorfosen
21 november 2010
Het goede leven
19 september 2010
Het 7e zegel
20 juni 2010
Hoeders
18 april 2010
Het onzichtbare christendom
21 maart 2010
Mozes
21 februari 2010
Simson
17 januari 2010
De Christus
15 november 2009
Hebben en zijn
18 oktober 2009
Een eigen weg
06 september 2009
Bevrijding door liefde
05 juli 2009
De verborgen Jezus
21 juni 2009
Leven in verhalen
17 mei 2009
Betekenis van het Evangelie
19 april 2009
De ander
15 maart 2009
Geest van de waarheid
15 februari 2009
God als geheim in ons leven
25 januari 2009
Kerstpreek 2008
25 december 2008
Verzet en overgave
21 december 2008
Tien geboden
16 november 2008
Relatie mens/natuur
19 oktober 2008
Het mysterie mens
21 september 2008
De geest
18 mei 2008
Liefde als leidraad
20 april 2008
Symbolen
13 april 2008
Exodus
30 december 2007
De 2e kant van de mens
16 december 2007
Geloven in de toekomst
09 december 2007
Natuur
02 december 2007
Trouw aan jezelf
26 november 2007
Projectie
19 november 2007
Geloof, hoop en liefde
12 november 2007
Vergeving
05 november 2007
Het leven als geschenk
28 oktober 2007
Ziel en geest
21 oktober 2007
Hoop
14 oktober 2007
Onderweg
07 oktober 2007
Martha en Maria
30 september 2007

De schepping

Kern van de overdenking

In deze eenentwintigste eeuw met al zijn technologische verworvenheden, met al zijn uitvindingen ten behoeve van het menselijk comfort en waarin het mensgerichte denken de norm is voor alles en allen op deze wereld, is de teloorgang van de aarde een nijpender probleem dan de erfzonde. Als er al van erfzonde gesproken zou kunnen worden dan is dat de zonde van de mens ten opzichte van het erf dat aan zijn zorgen is toevertrouwd: de aarde.

 

Overdenking (de schepping)

 

Vandaag gaat de aandacht uit naar de scheppingsmythe van Genesis. Moderne mensen zijn geneigd om met een zekere meewarigheid te kijken naar de religeuze mythen van onze primitieve voorouders, maar dat is volstrekt misplaatst, want het miskent de vindingrijkheid van de antieken.

 

Om in een zwijgend heelal je mond open te doen en via verhalen onder woorden te brengen waaraan je toe bent als mens, daar is intelligentie, moed en durf voor nodig.

De vertellers van deze verhalen hadden geen voorbeeld, geen gids die ze bij de hand kon nemen. Nee, ze brachten op eigen gezag onder woorden wie de mens is, wat zijn plaats is onder de hoge hemel, waar zijn geluk en ongeluk uit bestaat.

Die mythen hebben daardoor een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van mens en wereld en hun onderliggende betekenis en wijsheid is tijdeloos en grenzeloos.

 

Nietttemin, onze dagelijkse wereld staat heel ver af van de wereld van Genesis. In Genesis wordt de mens geroepen om de aarde te bewerken en te leven van de vruchten die de aarde voortbrengt. De mens mag de planten eten, maar mag de dieren niet als voedsel gebruiken. De dieren zijn er om hem de huid en de vacht leveren om zijn naaktheid te bedekken.

 

Onze wereld is anders, geheel anders. Van de vroege ochtend tot de late avond gebruiken wij technische instrumenten. We gebruiken wekkers, elektrisch licht, stromend water, kofiezetapparaten, broodroosters, koelkasten, vaatwassers, sleutels, fietsen, auto’s, bussen en treinen, liften, kapstokken, computers en telefoon.

En dan is er ook nog al het andere dat nodig is om ons leven zo gerieflijk mogelijk te maken. Wegen, lantaarnpalen, stoplichten, benzinepompen en oplaadpalen voor elektrische auto’s. De automonteur met al zijn instrumenten, de bouwers van huizen en kantoren, en al die andere industriën die alles produceren, van pen en papier tot chips, magneetjes, spoelen, transistors waarmee de stroomkringen worden geregeld. En dan is er ook nog de research, de economische planning, alle politieke besluitvorming die eraan voorafgaat voordat er zelfs maar één lantaarnpaal is geplaatst of een eerste steen is gelegd.

 

We beseffen nauwelijks met hoeveel draden van techniek ons leven aan elkaar hangt, totdat er ergens een kink in de kabel komt: een oorlog, een stroomstoring, een staking, een aardbeving, overstromingen of een epidemie. De technologie bepaalt de manier waarop wij leven en we kunnen niet meer zonder, het bepaalt ons mens-zijn.

En voor het maken van al die hoogwaardige producten van techniek en elektrotechniek zijn zoveel fossiele grondstoffen en verbrandingsprocessen nodig, dat het ons zorgen baart. Putten wij de aarde niet uit met al onze uitvindingen en menselijke vindingrijkheid? Ik hoef u niet te vertellen hoeveel milieubewegingen zich hiermee bezighouden en hoe moeilijk het blijkt te zijn om onze ongebreidelde drift tot het maken van meer en meer en nog meer dingen te beteugelen. Duurzaamheid, iedereen is vertrouwd met dit woord en duurzaamheid roept direct beelden op van de taaiheid waarmee veranderingen tot stand komen.

 

Volgens Genesis is het allemaal begonnen met het eten van de vruchten van de boom der kennis. De tuin van Eden is nog maar net geplant. God heeft er bomen in laten groeien en er is een rivier die zorgt voor de bevloeiing. Dan verschijnt de mens in deze tuin. Eerst alleen één mens, later twee. En voor die mensen worden er twee bomen in het midden van de tuin gezet: de boom van het leven en de boom van de kennis van goed en slecht. Van de boom der kennis verbiedt God de mens te eten, de boom van het leven verbiedt hij niet. Of de mens ook van deze boom heeft gegeten, vertelt het verhaal niet.

De slang komt ten tonele. Hij stelt de vrouw vragen die haar er toe aanzetten om van de vruchten van de boom te eten en zij ontdekt dat de boom goed is om van te eten.

Mooi om te zien en geschikt om inzicht te verkrijgen. De vrouw verbindt de boom daarom met kennis, met begrijpen en inzicht in het algemeen. En wanneer ook de man gaat eten is het gevolg dat de ogen van hen beiden worden geopend en dat zij weten dat zij naakt zijn. Er staat niet dat zij zien dat zij naakt zijn, maar dat zij weten, zich ervan bewust worden dat zij naakt zijn. Ze komen als het ware tot de jaren des onderscheids.

 

Meteen daarna is het God die het als eerste heeft over kinderen voortbrengen. God gaat er kennelijk vanuit dat het nieuwe onderscheidingsvermogen ook een seksueel bewustzijn met zich meebrengt en daarmee het vermogen om kinderen te krijgen. De mens had het zelf nog niet door, maar het eten van de boom der kennis houdt ook in dat de mens seksueel ontwaakt.

 

Een ander gevolg van het eten van de booom der kennis is dat de mens uit de tuin van Eden wordt verjaagd.

Vanaf nu moet de mens de aarde buiten de tuin gaan bewerken. Anders dan in de tuin zal het gezwoeg buiten de tuin weinig gewas opleveren, want de aarde daar brengt doornen en distels voort. Hard werken wordt het lot van de mens, zonder werk geen eten voor hem.

 

Na dit alles en helemaal aan het einde van het verhaal, verbiedt God de mens alsnog om van de boom van het leven te eten. Want, zo zegt hij, degene die daarvan eet leeft tot in eeuwigheid en daarmee wordt de samenhang tussen de twee bomen duidelijk. De boom van de kennis staat voor de seksuele bewustwording waardoor mensen kinderen kunnen krijgen. De boom van het leven maakt mensen onsterfelijk. Als van beide bomen gegeten wordt, betekent dit dat mensen én kinderen kunnen krijgen én eeuwig kunnen blijven leven. Dat zou een beetje teveel van het goede zijn, de aarde zou binnen een mum van tijd overbevolkt raken.

 

God schiep niet alleen de slang die Eva tot bewustzijn bracht, maar ook de andere dieren. In Genesis 1 en Genesis 2-3 dienen alleen de planten de mensen en de dieren tot voedsel, dieren worden niet gegeten. Hun wol en vachten zorgen ervoor dat de mens zich kan kleden.

 

Het wonderlijke is dat God met de schepping van de dieren helpers van de mens heeft gemaakt, die de mens van dienst kunnen zijn als hij de tuin moet verlaten. De slang brengt de mens het seksuele bewustzijn, de andere dieren zorgen ervoor dat de mens kleding krijgt die hem verwarmt en beschermt. Er zit iets tegenstrijdigs in het handelen van God. Hij verjaagt de mens uit de tuin, maar zorgt er tevens voor dat het leven buiten de tuin mogelijk wordt door de dieren te scheppen als kledingleveranciers.

 

Het woord "zonde" komt nergens voor in Genesis 1 en 2-3, maar door kerkvader Augustinus in de vierde eeuw na Christus zijn wij eraan gewend geraakt om het eten van de appel door Eva als de zondeval te beschouwen. Door de overtreding van het gebod om van de boom van kennis af te blijven, moest de mens afscheid nemen van het paradijs. Maar dat is natuurlijk niet het hele verhaal. Juist door de overtreding van Eva kon de mens een volwassen en vrij mens worden.

 

Vanuit het verwijt aan het gedrag van Eva is de ongelijkheid tussen vrouw en man ook wel verdedigd door erop te wijzen dat de man er eerst was en de vrouw later uit hem werd gevormd. Dat zou dan moeten bewijzen dat de vrouw van latere snit is en dus inferieur aan de man. Maar in rabbijnse uitspraken wordt dit uitgangspunt elegant bestreden door de uitspraak: Niet uit het hoofd van de man werd de vrouw genomen opdat zij niet boven hem zou staan; niet uit de voeten van de man is zij genomen, opdat zij niet onder hem zou staan, maar uit de zijde van de man werd zij genomen opdat ze op gelijke hoogte zou staan.

 

Na dit uitstapje over het gebrek aan gelijkwaardigheid van man en vrouw terug naar kerkvader Augustinus.

Augustinus had de erfzonde nodig voor zijn overtuiging dat Christus was gekomen omdat de mensheid had gezondigd tegen God en de band tussen mens en God daardoor verbroken was. Maar zonder zondeval is geen verlossing nodig. Hij las het NT en door zijn christologische bril gaf hij een uitleg aan Genesis die daar niet is te vinden. De zonde van de eerste mens komt bij Paulus vandaan in Romeinen 5: 12. Paulus zegt daar dat met de zonde van de eerste mens de universele dood over allen is gekomen omdat allen zondigen. Augustinus trekt daar de conclusie uit dat met de eerste mens de hele menselijke soort onherstelbaar is beschadigd door de zonde.

 

Tegen die uitleg is in de vroegchristelijke kerk wel verzet geweest, maar het voert te ver om al die andere lezingen van Genesis uit vroeger eeuwen te behandelen in het bestek van deze overdenking. In ieder geval: Luther, een augustijner monnik nam alleen de uitleg van Augustinus over en dat is de bril geworden waardoor de katholieke en protestantse kerk het verhaal las.

 

U kent de theologische verzoeningstheorie wel. De mensheid had zwaar gezondigd tegen God. De band tussen God en de mens was verbroken.

Maar God, in zijn oneindige liefde, offerde zijn eniggeboren zoon om die band te herstellen en zo weer de verzoening tussen mensen en God tot stand te brengen. Zonder zondeval is er geen grond voor deze theorie. Als de mens niet van nature zondig is, is de band met God niet beschadigd en is er geen verzoening nodig. Jezus hoefde daarvoor de kruisdood dus niet te sterven.

 

Je kunt je afvragen waarom die erfzondeleer dan toch zo algemeen werd geaccepteerd, want die leer is nogal pessimistisch over de mens en houdt geen rekening met alle goede eigenschappen die de mens ook heeft. En de erfzonde houdt ook geen rekening met de vrije wil die het de mens mogelijk maakt om voor de goede dingen te kiezen.

 

Ik denk dat een mogelijke verklaring voor die aanvaarding van de erfzonde ligt in de onzekerheid van het lot dat mensen treft. In plaats van de wisselvalligheden van het lot hebben mensen behoefte aan een verklaring. Ze willen weten wat de oorzaken zijn van hun lijden. "Waarom overkomt deze ellende mij en niet een ander, waarom mij"? Gevoelens van schuld, straf en zondigheid bieden dan iets van zekerheid, want de oorzaak ligt dan buiten het bereik van de individuele mens en buiten God, want die oorzaak ligt bij de eerste mens. Lijden, pijn en dood, het kwaad, ze zijn er door de eerste mens gekomen, het lijden komt voort uit oermenselijk falen.

 

Zo staan wij er niet in. Natuurrampen, ziekte, dood, pijn en lijden, dat wordt allemaal niet veroorzaakt door de erfzonde en ook niet door een God die ons wil straffen voor ons onvermogen om van deze aarde weer een paradijs te maken. De natuur is blind en ziekte en dood zijn de gevolgen van bacteriële of virale aandoeningen. Ouderdom is een slijtageproces dat uiteindelijk sterven tot gevolg heeft. Van het Reve schreef: "leven is een ernstige ziekte met een ongunstige prognose: de dood". Dat onderschrijf ik niet, het leven is niet alleen maar ziekte. Maar ziekte, lijden en pijn, het hoort erbij en het heeft niets te maken met de ongehoorzaamheid van de oermens.

 

Er is nog iets anders dat opvalt als je kennisneemt van alle theologie die ontworpen is naar aanleiding van Genesis1 en Genesis 2-3. In iedere theologie hierover gaat het alleen over de mensen die daarin voorkomen. Van de vroegste joodse tot de laatste christelijke interpretaties is iedereen er altijd vanuit gegaan dat de mens het centrum, het hoogtepunt en de kroon van de schepping is.

 

Terwijl dat helemaal niet zo in de bijbel staat. In Genesis zijn de hemel en de aarde en het bewerken van de aarde de hoofdzaak. Niet alleen Genesis, maar ook het enige andere uitgebreide scheppingsverhaal in het OT toont dit aan. In Job 38-40 vraagt God voortdurend aan Job wat hij eigenlijk allemaal weet over de schepping. Heb jij ooit de morgen ontboden, de dageraad op zijn plaats gewezen? Zijn de poorten van de dood aan je getoond? De deuren van het diepste donker, heb jij die ooit gezien? Ken jij de wetten van de hemel?

Zo gaat het meer dan honderd regels door zonder dat de mens daarin één keer wordt genoemd. De spot in Gods vragen aan Job is duidelijk voelbaar. Hij toont Job een schepping waarin de mens maar een minuscuul klein schakeltje is in het grote geheel.

 

De conclusie die onvermijdelijk opkomt na deze uitspraken van God tegenover Job is: het gaat in de schepping niet aleen om de mens, het gaat om de hele kosmos en de aarde en de mensen maken daar maar een klein deel van uit. In de verhouding tussen mens en aarde, in de verbinding van mens en God gaat het allereerst om de aarde.

 

En in deze eenentwintigste eeuw met al zijn technologische verworvenheden, met al zijn uitvindingen ten behoeve van het menselijk comfort en waarin het mensgerichte denken de norm is voor alles en allen op deze wereld, is de teloorgang van de aarde een nijpender probleem dan de erfzonde. Als er al van erfzonde gesproken zou kunnen worden dan is dat de zonde van de mens ten opzichte van het erf dat aan zijn zorgen is toevertrouwd: de aarde.

 

De gedichten die Johan de Wit uitsprak tijdens deze bijeenkomst vind je via https://www.walkart.nl/archief/meditaties-en-gedichten/denken 
en

https://www.walkart.nl/archief/meditaties-en-gedichten/paradox