Mr. drs. Johan de Wit is onze voorganger. Hij is in Leiden en in Kampen opgeleid tot jurist en theoloog. Naar eigen zeggen heeft hij zijn theologische studie ervaren als een heel uitgebreide cursus algemene ontwikkeling.
De verbeelding waartoe de menselijke geest in staat is, blijft hem verwonderen en vanuit die verwondering spoort hij ons aan tot zelfonderzoek.
Alles begint en eindigt bij het kennen van jezelf en wat ons is overgeleverd uit de oude boeken en met name de leringen en uitspraken van Jezus helpen ons daarbij. Door het filter van de man uit Nazareth kunnen wij de wereld anders zien dan wij gewend zijn en dat is, aldus Johan de Wit, het grote geheim van religieus zijn.
De vrijzinnigheid is voor hem de enige geloofsrichting waarin het raadsel van de verhouding tussen God en mens en ons bestaan in deze wereld op een aanvaardbare en voorstelbare manier ter sprake gebracht wordt.
Kern van de kerstoverdenking
Het verhaal van Jezus waarin wij er op worden gewezen dat een andere manier van leven dan we zijn gewend, een andere manier van omgaan met de medemens dan we zijn gewend mogelijk is, begint bij de kerstnacht waarin de ster van Bethlehem de wijzen uit het Oosten de weg wijst. Het begin van een andere manier van denken begint daar. En die andere manier van denken richt zich op elkaar niet uit het oog verliezen, goed luisteren, zoveel mogelijk van iedereen proberen te begrijpen. Doen wat je hart je ingeeft en als je dat doet dat niet omrekenen in geld. Je oefenen in hupvaardigheid zonder beloning en aandacht houden voor burenhulp en gastvrijheid.
Kerstoverdenking
In Matteüs 2 lezen we dat magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aankwamen nadat Jezus was geboren in Bethlehem. En dat zij vroegen waar de pasgeboren koning der Joden was, want zij hadden zijn ster zien opgaan en waren gekomen om hem eer te bewijzen.
Deze woorden van Matteüs zijn het vervolg op een eeuwenoude legende uit het huidige Noord- Iran. Volgens de legende bewoonden drie wijzen een van de bergreuzen tussen het uitgestrekte laagland en de watermassa van de Kaspische zee. De wijzen trokken er ieder jaar op uit om op zoek te gaan naar het boek van Adam, verborgen in een geheime grot in het ongastvrije gebergte. Dit boek zou alle kennis bevatten die Adam had verworven voordat hij uit het paradijs was verjaagd. Kennis uit de eerste hand, onbesmet door menselijk verstand en niet bewerkt door twijfelende geleerden. De wijzen vonden uiteindelijk de teksten en die teksten gaven hun voorspellingen prijs.
Aaan het einde der tijden zou hij verschijnen, de eenmalige Verlosser. Op een dag zou zijn ster aan de hemel verschijnen en neerdalen. In een grot zou hij de gedaante aannemen van een goddelijk kind en hij zou de mensheid uit de duisternis leiden. Zijn geboorteplaats lag in het Westen. Het vervolg van deze legende staat bij Matteüs, bij ons bekend als de komst van de wijzen uit het Oosten. Ergens in het Oosten is de mythe ontstaan en zij vindt haar voortzetting in de bijbel van het Westen. Het is een prachtig voorbeeld van de menselijke verbeeldingskracht, deze vertelling.
Ik vat de vertelling op als een uitdrukking van het verlangen naar verandering. Eeuwenlang hebben de wijzen gezocht naar de ultieme wijsheid die ze in een boek dachten te vinden. Uiteindelijk kwamen ze tot de conclusie dat de door hen zoverlangde verandering zou moeten komen van een bijzonder mens, een verlosser en gingen zij op zoek naar de grot waarin hij zou worden geboren.
Het verlangen naar verandering is iets van alle tijden, maar in onze tijd ontwaar je tekenen waaruit dat verlangen toeneemt en het kerstfeest, dat verhaal over het onverwachte en ongedachte, geeft daar een grote impuls aan. Het is een feest van bezinning en van verwachting. Een feest van contact met elkaar en het verzamelen van families rond een met zorg bereide maaltijd. Een feest ook van samenkomen en samenzingen, van licht en van vooral veel warmte tussen mensen. Dat moeten we nu missen, want corona belet ons om samen te te komen en van elkaars gezelschap te genieten.
Wat blijft, dat is de bezinning die rond deze tijd van het jaar ook zijn plaats opeist. Zijn wij een volk dat dwaalt in het duister of zijn wij juist mensen die in staat zijn om een andere wereld te maken?
Als je om je heen kijkt, zie je mensen die geloven in het goede. Mensen die bereid zijn om zich in te zetten voor meer, veel meer dan hun eigen belang. Zij geloven niet dat deze wereld, waarin de markt en de beurs de methodieken zijn voor uitbuiting en onderdrukking van grote groepen mensen, de enig mogelijke wereld is. Zij geloven niet dat de wereld onwrikbaar en noodzakelijk is, maar ze zijn van plan een andere wereld te maken, stukje bij beetje, dag na dag.
Het verhaal van Jezus waarin wij er op worden gewezen dat een andere manier van leven dan we zijn gewend, een andere manier van omgaan met de medemens dan we zijn gewend mogelijk is, begint bij de kerstnacht waarin de ster van Bethlehem de wijzen uit het Oosten de weg wijst. Het begin van een andere manier van denken begint daar. En die andere manier van denken richt zich op elkaar niet uit het oog verliezen, goed luisteren, zoveel mogelijk van iedereen proberen te begrijpen. Doen wat je hart je ingeeft en als je dat doet dat niet omrekenen in geld. Je oefenen in hupvaardigheid zonder beloning en aandacht houden voor burenhulp en gastvrijheid.
Jezus herinnert ons aan deze dingen en juist de kersttijd leent zich uitstekend voor het stilstaan bij deze diepe en werkelijke waarden. Want die waarden hebben te kampen met afkalving en slijtage.
Pauze (met muziek)
Hervatting
De zogenaamde levende kerststal hebben we te danken aan Franciscus van Azzizi. Naast zijn liefde voor alles wat groeit en bloeit, zijn we ook vertrouwd met zijn soms bijzondere gebeden. Een gebed van hem luidt: Heer, maak mij tot een werktuig van uw vrede: waar vijandschap heerst, laat mij uw vriendschap brengen.
In deze twee regels wordt een verlangen onder woorden gebracht dat wij juist in de kersttijd herkennen en dat dan weer met hernieuwde kracht in ons opkomt. Je zou een werktuig van vrede willen zijn, altijd, je zou iets willen doen, je zou je in dat opzicht niet zo machteloos willen voelen als je soms bent.
In deze eeuw leven we met oorlogen in verre landen en onverzoenlijke verhoudingen tussen volken. Maar er zijn mensen die tot het uiterste zijn gegaan om een werktuig van vrede te kunnen zijn. Er zijn beroemde voorbeelden zoals Nelson Mandela en Mahatma Ghandi, maar er zijn ook talloze naamlozen die zich hebben ingezet voor vrede en gerechtigheid, die gestreden hebben en nog strijden tegen onrecht, die geprobeerd hebben de wereld te doorgronden en gehoopt hebben dat ze hun kinderen een andere en betere wereld zouden geven. Van veel van deze mensen weten wij niets. Wij weten niet hoevelen van hen verbitterd of teleurgesteld zijn geworden en hoevelen van hen met voldoening konden terugkijken op het najagen van hun idealen.
Wie voor vrede en gerechtigdheid strijdt, krijgt te maken met tegenslag en vernedering. De mensen die hun verlangen naar verandering met daad en woord tot uitdrukking brengen, krijgen te maken met persoonlijk leed, want hun strijd is zwaar en vaak ondankbaar. En zij bezwijken niet zelden onder de druk van al die inspanningen die nodig zijn om een heel klein beetje te realiseren van wat hen voor ogen staat.
Met kerst gedenken wij de geboorte van een mens die die strijd zijn leven lang moest leveren en het uiteindelijk moest bekopen met de dood.
Jezus en zijn gedachten over de mens als drager van de liefde voor zijn medemens, tegen alle ontwikkelingen en onwaarschijnlijkheden in heeft dit verhaal het gehouden, al meer dan tweeduizend jaar. De verklaring daarvan moet zijn dat hij, in al zijn uitspraken, een beroep doet op onze innerlijke leefwereld, ons geweten. Hij houdt ons voor niet te doden, maar te doen leven; geen onrecht te plegen, maar recht te doen; vreemdelingen niet te verdrijven, maar toe te laten, van geld en rijkdom niet de hoogste waarden te maken, maar de liefde in alles voorop te zetten.
We kunnen dat, ook in deze lastige tijden, vasthouden.
Het verlangen naar verandering
komt op als het bestaande is verflenst
als er geen bezieling is
en alles de gedaante heeft van ongewenst
Als de stem van hoop en vreugde is verstomd
smachten wij naar andere tijden
naar een leven van geloof en liefde
van hoop en nieuwe toekomst
Maar ook dit kerstfeest is het feest van liefde
die ons omringt en met warmte koestert
en niets of niemand is bij machte
ons te scheiden van die liefde.