Mr. drs. Johan de Wit is onze voorganger. Hij is in Leiden en in Kampen opgeleid tot jurist en theoloog. Naar eigen zeggen heeft hij zijn theologische studie ervaren als een heel uitgebreide cursus algemene ontwikkeling.
De verbeelding waartoe de menselijke geest in staat is, blijft hem verwonderen en vanuit die verwondering spoort hij ons aan tot zelfonderzoek.
Alles begint en eindigt bij het kennen van jezelf en wat ons is overgeleverd uit de oude boeken en met name de leringen en uitspraken van Jezus helpen ons daarbij. Door het filter van de man uit Nazareth kunnen wij de wereld anders zien dan wij gewend zijn en dat is, aldus Johan de Wit, het grote geheim van religieus zijn.
De vrijzinnigheid is voor hem de enige geloofsrichting waarin het raadsel van de verhouding tussen God en mens en ons bestaan in deze wereld op een aanvaardbare en voorstelbare manier ter sprake gebracht wordt.
Kern van de overdenking
Behandel de ander zoals je steeds zelf door de ander behandeld zou willen worden. Het is een aansporing om jezelf in het contact met anderen een spiegel voor te houden. Om in die spiegel te kijken en je af te vragen hoe jij je zou voelen als je aangedaan was wat je een ander aandeed. Of je, als je een fout had gemaakt, niet liever zou hebben dat je dat vergeven was in plaats van op je nummer gezet. Of je je wel realiseert wat je kunt aanrichten als je de ander neersabelt om wat voor redenen dan ook.
Overdenking (omgang met elkaar)
De tekst die ik las, kennen we eigenlijk allemaal wel. Deze tekst staat ook wel bekend als de gulden regel. En natuurlijk, we beamen dat. Een ander behandelen zoals je zelf behandeld zou willen worden behandeld, wie zou dat niet willen en wie zou daar eigenlijk anders over kunnen denken. Maar het tijdperk waarin we leven is het digitale tijdperk en de invloed daarvan voegt een bijzonder dimensie toe aan de betekenis van die gulden regel.
Bijna alle contacten die wij hebben met de overheid, met de banken, met grote instellingen die diensten aan ons verlenen op het gebied van telefoon, van internet, kopen via webshops en het afsluiten van abonnementen, dat vindt allemaal plaats via het internet en speciaal daarvoor ontworpen websites. Die websites bedienen zich van algoritmen om het gewenste resultaat tot stand te brengen en het is dan ook steeds een algoritme dat verantwoordelijk is voor het tot stand brengen van de digitale contacten die ik schetste. Wat is een algoritme?
Algoritme is een term uit de wiskunde. Wiskundig gezien is een algoritme een reeks of een rij van stappen die gedaan moeten worden om een bepaald doel te bereiken. Omdat de uitvinder van het algoritme een Perzische geleerde was inde negende eeuw met de naam Chwarizmi en hij in het latijn met de naam algoritmi werd aangeduid, spreken we van algoritmen. Maar zoals gezegd: een algoritme is een aantal stappen dat je moet zetten om een bepaald doel te bereiken. Met een eenvoudig voorbeeld: een recept voor het bereiden van een maaltijd is een algoritme. de eerste stap is bijvoorbeeld: neem vier aardappelen. Schil de aardappelen en kook ze. Giet de aardappelen af en ga verder met het snijden van vlees. Braad het vlees en zo verder.
Algoritmen komen overal voor waar gebruik gemaakt wordt van computertechnologie. Google, twitter, boeking sites, facebook, er is geen website die niet gebruik maakt van algoritmen. Het voorbeeld van het recept was onschuldig, maar andere algoritmen hebben zo hun negatieve kanten. Neem bijvoorbeeld de voorspellende algoritmen. Er zijn bij de politie algoritmen die voorspellingen doen over waar en hoe criminaliteit valt te verwachten. de cijfers laten een verband zien tussen Nood-Afrikaanse arme jongemannen en criminaliteit. Daar maak je dan een algoritme van en op basis daarvan richt de politie zich op wijken en personen die aan dat beeld voldoen. Vervolgens worden in die wijken bepaalde mensen vaker aangehouden dan rijke blanke criminelen die daar niet wonen en gaat het algoritme zichzelf op betrouwbaarheid bewijzen. Want in de statistieken komt terug dat deze groep mensen vaker crimineel bezig is dan een andere. Dat het algoritme was gebaseerd op vooroordelen en vanuit dat vooroordeel verder galoppeert, wordt over het hoofd gezien.
De toeslagen affaire bij onze belastingdienst is een goed voorbeeld van wat een verkeerd gehanteerd algoritme kan aanrichten. De ontwerpers voerden allerlei factoren in naar plaats, herkomst, verleden etc., op grond waarvan voorspeld zou kunnen worden wie fraude pleegde of zou kunnen plegen. Als iemand alle vinkjes van het algoritme voor zijn naam kreeg, was hij een fraudeur en al zijn bezwaren werden afgewimpeld door precies hetzelfde algoritme dat hem in het beklaagdenbankje had gezet. Contact met de menselijke uitvoerders was niet mogelijk of stuitte af op de uitkomsten van het computergestuurde algoritme.
Wat ons in het digitale tijdperk overkomt, dat is dat wij, als wij gebruik maken van het internet om te bankieren, krediet aan te vragen of iets te bestellen, alleen contact maken met een algoritmisch geprogrammeerde computer. En die computer is zo geprogrammeerd dat het contact met een menselijke medewerker zoveel mogelijk wordt vermeden. U kent ze denk ik wel, de e-mails die je krijgt als het gaat over de diensten en goederen die via het internet verstrekt worden: dit is een automatisch aangemaakte e-mail waarop u niet kunt antwoorden. De belastingdienst is kampioen op dit gebied, maar ondernemingen kunnen er ook wat van. Probeer maar eens een abonnement op te zeggen bij een provider of energieleverancier. Negen van de tien keer is de site zo gebruiksonvriendelijk ingericht dat je het opgeeft en ook negen van de tien keer staat er geen telefoonnummer vermeld. En als je op een site naar veel gestelde vragen doorklikt, dan staat jouw vraag er bijna nooit bij.
Er is een tijd geweest waarin we voor alles wat we nodig hadden, contact maakten met een mens, een medewerker van een bedrijf of een ambtenaar als het om de overheid ging. Die tijd is grotendeels voorbij, we praten nu vrijwel uitsluitend met algoritmen die alleen reageren op voor geprogrammeerde vragen.
Als je kijkt naar de ontwikkeling van de klassieke theologie in het christendom zie je een parallel met wat ik vertelde over algoritmen. Ook daar is sprake van een reeks van tevoren bedachte stappen die tot een bepaalde uitkomst moesten leiden. Via de zondeval in het paradijs maakt men de stap dat de verhouding tussen mens en god in het ongerede is geraakt. Vervolgens komt Jezus als de Zoon van God op aarde om die verhouding te herstellen en het eindigt, na zijn dood en opstanding, met de conclusie dat wij door Zijn lijden en sterven verlost zijn en weer verzoend zijn met God. Dit schema van zonde, ellende en verlossing is door kerkvaders uitgedacht en opgeschreven in belijdenissen die heden ten dage nog gelden. De rol die zij aan Jezus in dit schema hebben toebedeeld is die van de eniggeboren zoon van God, die hier op aarde in mensengedaante aanwezig geweest en plaatsvervangend voor ons heeft geleden.
Er is nog veel meer over die klassieke christelijke theologie te zeggen, maar die theologie is uitgewerkt, spreekt de mensen van nu niet meer aan. De kerkvaders wilden de bijbel gelezen hebben als een verslag van wat waar gebeurd was door het ingrijpen van buitenaf door een verre God met wie wij geen contact konden maken zonder de bemiddeling van Jezus Christus. Ik noem dat de uiterlijke lezing van de bijbel. Maar met die uiterlijke lezing ga je voorbij aan de ware aard van religie en die ware aard is dat religie alleen iets in ons bewerkt als wij met onze menselijke geest daarin herkennen wat in ons ligt verankerd. Ik kan dit het beste verduidelijken door bepaalde passages uit de bijbel op verschillende manieren te lezen. Neem het verhaal over de storm op het meer in Matteüs 8 vers 23 en verder. Daar staat te lezen dat Jezus inde boot stapte en het meer plotseling enorm begon te kolken. jezus sliep door alles heen, maar zijn discipelen raakten in doodsnood en maakten hem wakker. Jezus stond op, sprak de wind en het water bestraffend toe en het meer kwam tot rust.
Als je dit verhaal uiterlijk leest, zoals de traditionele dogmatiek dat doet, dan is Jezus niemand anders dan een historische figuur van tweeduizend jaar geleden die door bijzondere goddelijke gaven de natuurkracht van wind en regen kon beheersen. Op die manier heeft het verhaal niets te maken met onszelf, behalve dan dat wij alleen gelovig zijn als wij, tegen ons verstand in, willen aannemen dat Jezus of God zoiets zouden kunnen.
Maar als we het verhaal innerlijk lezen, dan krijgt het een heel andere betekenis die direct te maken heeft met wat wij in ons leven kunnen ervaren. De verbinding met het verhaal wordt dan gevormd door onze innerlijke stormen, zoals onze angst voor levensbedreigende ziekten of de angst die wij hebben voor onze onbeduidendheid als het gaat om onze relaties met andere mensen en ons onvermogen om onze lotsbestemming in eigen hand te nemen. Wij zijn vaak bang, bang voor wat ons kan overkomen en die angst kan de kracht van een storm in ons binnenste aannemen. In zo’n situatie heb je behoefte aan vertrouwen. Vertrouwen dat het weer goed kan komen als je je durft over te geven aan het denkbeeld dat de man van Nazareth ons heeft voorgeleefd: vertrouw op de liefde als de helende kracht die de conflicten in ons zelf hanteerbaar maakt.
De leringen van Jezus, de mens Jezus, hebben vrijwel altijd te maken met de liefde als verzoenende en helende kracht. Als hij zegt dat je geen offer naar het altaar moet brengen voordat je je hebt verzoend met een ander die je iets verwijt, dan is dat in wezen niets anders dan het toelaten van de liefde in de gedaante van verzoening en vergevingsgezindheid. Hij houdt zijn volgers voor dat de ervaring van de liefde voor een mens van onschatbare waarde is. Wie zich bemind voelt door een ander, komt niet zo snel in conflict met zichzelf, kan zichzelf zien als iemand die weliswaar zijn beperkingen heeft, maar daarmee kan leven uit de kracht van het bemind worden.
Behandel de ander zoals je steeds zelf door de ander behandeld zou willen worden. Het is een aansporing om jezelf in het contact met anderen een spiegel voor te houden. Om in die spiegel te kijken en je af te vragen hoe jij je zou voelen als je aangedaan was wat je een ander aandeed. Of je, als je een fout had gemaakt, niet liever zou hebben dat je dat vergeven was in plaats van op je nummer gezet. Of je je wel realiseert wat je kunt aanrichten als je de ander neersabelt om wat voor redenen dan ook.
Als ik het dagelijkse nieuws op me laat inwerken, dan dringt zich aan me op dat de gulden regel niet veel invloed heeft en steeds meer wordt verwaarloosd. Via de sociale media – ik vraag me wel eens af wat er eigenlijk sociaal aan is – worden mensen luidkeels en triomfantelijk aan de schandpaal genageld. De Amerikanen hebben een uitdrukking voor: naming and shaming. Bij de constatering dat er iets niet goed gaat is de eerste reflex om te zoeken naar een schuldige waar vervolgens iedereen over heen kan vallen. Gedragingen van anderen worden al snel als onvergeeflijk betiteld, maar de vraag of iets misschien te vergeven is, die wordt niet zo snel gesteld.
Dit is niet wat Jezus voor ogen heeft gestaan toen hij tegen de mensen zei dat het koninkrijk van God binnen ieders bereik ligt, maar de mensen het niet zien. Wat hij wilde was dat wij in alles wat wij doen of laten de gevoelens en verlangens van onze medemensen respecteren en daar naar handelen. Dat ieder mens er echt op heeft om in zijn waarde te worden gelaten. Uit wat ons tegenkomt over berichten uit de samenleving kunnen wij zien dat het ogenschijnlijk zo eenvoudige gebod om te handelen zoals je zelf behandeld wil worden, in de praktijk een moeilijk na te volgen gebod blijkt. Integendeel, tegen dit gebod wordt naar hartenlust gezondigd. Het is goed om daar tegen in te beseffen dat wat geschreven is over Jezus, over ons zelf gaat en wij daardoor bewust gemaakt worden van wat er werkelijk toe doet: liefdevol omgaan met elkaar waar dat ook maar mogelijk is.