Mr. drs. Johan de Wit is onze voorganger. Hij is in Leiden en in Kampen opgeleid tot jurist en theoloog. Naar eigen zeggen heeft hij zijn theologische studie ervaren als een heel uitgebreide cursus algemene ontwikkeling.
De verbeelding waartoe de menselijke geest in staat is, blijft hem verwonderen en vanuit die verwondering spoort hij ons aan tot zelfonderzoek.
Alles begint en eindigt bij het kennen van jezelf en wat ons is overgeleverd uit de oude boeken en met name de leringen en uitspraken van Jezus helpen ons daarbij. Door het filter van de man uit Nazareth kunnen wij de wereld anders zien dan wij gewend zijn en dat is, aldus Johan de Wit, het grote geheim van religieus zijn.
De vrijzinnigheid is voor hem de enige geloofsrichting waarin het raadsel van de verhouding tussen God en mens en ons bestaan in deze wereld op een aanvaardbare en voorstelbare manier ter sprake gebracht wordt.
Kern van de overdenking (spiritualiteit toen en nu)
Voorheen konden we uitkijken naar een hemel na dit leven waarin ons bestaan alleen nog maar vreugdevol zou zijn, maar die hemel hebben we afgeschaft.
We zijn erg bezig met gelukkig zijn. We zouden het liefste willen dat alles leuk, leuk, leuk is.
Maar het dagelijkse leven is iets gewoons en af en toe ook verdrietig. Het aanvaarden daarvan geeft meer rust in de ziel dan het amechtige gedraaf naar genot en ontspanning. Je kunt geluk niet kopen, innerlijke zuiverheid en liefde al helemaal niet.
Overdenking
Het lied van Robert Long geeft een markante impressie van de christelijke spiritualiteit van zo’n 70 jaar geleden. Robert Long zet zich af tegen de benauwde geloofssfeer van die dagen en hekelt de spiritualiteit die gefixeerd was op het lijden van de mens hier op het ondermaanse, in afwachting van het eeuwig leven in het hiernamaals.
In de christelijke optiek van de tijd die achter ons ligt bestaat het leven vooral uit lijden. Omdat de mens voortdurend kampt met het tekortschieten in alles wat hij onderneemt, raakt hij uit zijn evenwicht en dat is de oorzaak van het aanhoudend lijden van de mens. De krachten van onze ziel, ons verstand en ons gevoel blijven niet met elkaar in harmonie en door alles wat op ons afkomt raken we innerlijk verdeeld. Vaak handelen we tegen beter weten in. Onze wil is niet altijd bij machte om ons voldoende schrap te zetten en daardoor worden we maar al te vaak door impulsen meegesleept. Ons voorstellingsvermogen raakt vergiftigd door onze fantasie, door beelden die zich aan ons opdringen. De helderheid van ons onderscheidingsvermogen wordt aangetast, lustgevoelens drijven ons op. En op die manier ontstaat een levenspatroon dat ons in zekere zin is overkomen maar waaraan wij ons steeds moeilijker kunnen onttrekken. Met als gevolg dat onze ziel en die van anderen schade lijdt.
De schets van het menselijk tekort die ik hiermee geef, is niet door mij zelf bedacht. Het komt uit het geestelijk erfgoed van de moderne devotie, een christelijke hervormingsbeweging uit de veertiende eeuw. Geert Grote, Thomas van Kempen en Gerard Zerbolt van Zutphen zijn met die beweging verbonden en je komt ze hier en daar nog tegen als straatnamen.
Hoe oud de beweging ook is, ze heeft de belangrijkste bijdrage geleverd aan de Nederlandse Christelijke geloofstraditie. De moderne devotie munt uit door haar nadruk op soberheid. Het volksgeloof met al zijn nadruk op feesten en vrije dagen om de verjaardag van al die honderden heiligen te vieren, pelgrimstochten naar heilige plaatsen, de beelden verering, sterke verhalen over wonderbaarlijke genezingen, de moderne devotie moest er niets van hebben. Bij deze beweging draait alles om de onvermijdelijkheid van het lijden op aarde.
Zelfs God kan hier niets tegen doen. Toen God als mens op aarde kwam, was ook voor hem het lijden onontkoombaar. Door onze menselijke schuld is onze planeet zo aangetast, dat ook God hier alleen maar lijden kan. Dat moet in onze mensenziel een intens schuldgevoel oproepen dat wij alleen kunnen dragen door de navolging van Christus. “U dwaalt, wanneer u iets anders zoekt dan lijden”, schreef Thomas à Kempis in zijn bekende bundel Imitatio Christi, de navolging van Christus. “Heel dit sterfelijk leven”, aldus Thomas,” is vol van ellende en alom door kruisen getekend”.
Soberheid, ernst, zwaarwichtigheid, mediteren over het leven en lijden van Christus, angst voor de hel, het was het recept van de Moderne Devotie dat tot ver in de twintigste eeuw het protestantisme heeft beïnvloed. Vooral met het opwekken van de angst voor de hel heeft de middeleeuwse beweging van Geert Grote veel succes gehad. Nog steeds is inde rechtervleugel van het protestantisme die angst voor de hel aanwijsbaar. Het is een angst die de mensen klein houdt en juist niet bevordert waar het om zou moeten gaan: het streven naar zuiverheid en liefde.
Als vrijzinnig theoloog zie ik deze uitingen van het conservatieve protestantse geloof meer als sociale en religieuze zelfkwelling dan als een recept voor een leven van innerlijke vrede en harmonie met de mensen om ons heen. Maar dat religieuze masochisme ligt nog niet zo lang achter ons. Robert Long zou met het lied dat u hoorde geen succes hebben geboekt als de luisteraars van zijn tijd, de jaren vijftig van de vorige eeuw, daar geen gevoel van herkenning bij zouden hebben gehad. Het was de christelijke cultuur van zijn tijd waar hij zich tegen afzette en hij vond daarin gehoor bij het verlichte deel van zijn tijdgenoten.
Er is intussen veel veranderd. De spiritualiteit van de lijdende christen is niet meer dominant. De spiritualiteit in onze tijd richt zich in veel gevallen op brain sessions op de hei, cursussen in mindfulness, praten met bomen en zwemmen met dolfijnen. Ontslakken in welness centra met modderbaden, afgewisseld met het drinken van brandneteltjes thee en worteltjes sap. En vooral het zoeken naar geluk in de tijd die ons op deze aarde is gegeven.
Voorheen konden we uitkijken naar een hemel na dit leven waarin ons bestaan alleen nog maar vreugdevol zou zijn, maar die hemel hebben we afgeschaft. Nu willen we een hemel op aarde en we denken dat we dat kunnen bereiken door ons arsenaal aan voorzieningen en mogelijkheden tot ontplooiing daarvoor in te zetten.
Het is met enige verbazing dat ik kennisneem van alles wat op dit gebied wordt uitgeknobbeld. Zo heb je het fenomeen van de geluk lijstjes. Op lijstjes van de Verenigde Naties wordt een selectie gemaakt van de gelukkigste landen ter wereld. Finland staat bovenaan en Nederland staat ook hoog: op de vijfde of zesde plaats. Als je verder kijkt naar de manier waarop ze dat meten, dan kom je uit bij factoren als verdeling van de welvaart, de levensverwachting die we hebben, welke kwaliteit de zorg heeft en hoeveel vrijheid we hebben om keuzes te maken.
Dat brengt mij niet op de gedachte dat dat mijn geluk bepaalt. Gelukkig zijn is niet iets dat je in cijfers over welvaart of zorgverzekering kunt vastleggen. Geluk is een toestand van de ziel, maar dat gebied kan de Verenigde Naties natuurlijk niet in kaart brengen.
Er is ook buitengewoon veel aandacht voor genieten. Mensen om mij heen die met pensioen gaan, krijgen steevast heel veel kaartjes waarop ze gefeliciteerd worden met hun welverdiende pensioen, vrijwel altijd gevolgd door de uitroep: “En nu genieten!”. Een ietwat merkwaardige aansporing voor iemand die in de eerste maanden nadat zijn werkzame leven erop zit, met zijn vrije tijd vaak geen raad weet.
Maar voor die vrije tijd hebben we ook allerlei oplossingen. Ga een wereldreis maken, profiteer van ons bergbeklimmers arrangement, laat je verwennen in ons luxe resort. Beleef de ultieme ervaring van de Noorse fjorden op een van onze cruiseschepen. Maak het wild watervaren tot de unieke stroomversnelling van je leven.
We zijn erg bezig met gelukkig zijn. We zouden het liefste willen dat alles leuk, leuk, leuk is. Maar ik denk dat het een vergissing is als je denkt dat dat gelukkig maakt. Want geluk kun je niet maken, geluk is een toestand die je niet naar willekeur kunt oproepen met de kunstgrepen van de toeroperators.
Ons leven is geen voortdurende bron van adembenemende en fantastische ervaringen. Verre van dat. Het gewone aardse leven is af en toe lastig.
Maar het lijkt of we de kleine lastigheden van dat gewone leven eigenlijk niet meer accepteren. Het dagelijkse leven is iets gewoons en af en toe ook verdrietig, maar het aanvaarden daarvan geeft meer rust in de ziel dan het amechtige gedraaf naar genot en ontspanning. Je kunt geluk niet kopen, innerlijke zuiverheid en liefde al helemaal niet.
Onze spiritualiteit is een heel andere dan die van de middeleeuwen en de christelijke traditie van schuldgevoel en lijden die ik eerder schetste. Maar het is de vraag of de spiritualiteit van onze tijd werkelijk kan inspireren tot een levenswijze die bevrediging schenkt en onze geestelijke gezondheid ten goede komt. Eerder soms het tegendeel door de enorme nadruk op de manier waarop je je aan de buitenwereld zou moeten presenteren. Denk maar eens aan alle raadgevingen en adviezen die u te horen krijgt via allerlei instanties en de media om er goed uit te zien, om slank te worden en te blijven en er aantrekkelijk uit te zien. Wij zijn erg bezig met het lichaam, maar het geestelijk aspect, het ontwikkelen van een beetje tevredenheid met het gewone, daar zouden we wel wat meer bij mogen stilstaan.
Zuiverheid en liefde, die verschijnen niet in de fantastische en spectaculaire kant van het bestaan. Niet als iedereen zich geweldig voelt en bonussen binnen harkt. Juist als het een beetje moeilijk wordt, hebben mensen behoefte aan een ander. Dan hebben we baat bij het samenzijn met elkaar. En merkwaardig genoeg verandert dat gezamenlijk beleefde ongeluk dan in verbondenheid. En in die kwetsbare verbondenheid kan liefde groeien.
In aan aantal afleveringen op de televisie trok Beau van Erven Dorens op met Rotterdamse daklozen. Een vergeten groep, waarvoor we het liefst de ogen en oren maar sluiten. Maar in het programma van Beau werden die mensen bij de hand genomen en kregen ze weer perspectief. Die aandacht voor mensen die buiten de boot gevallen zijn, dat is in mijn ogen een vorm van liefde en ik werd erdoor geraakt. Ook omdat duidelijk werd dat veel daklozen buiten hun schuld huis en haard verloren hadden. In onze fixatie op de verdiensten van het individu verliezen we meermalen uit het oog dat er ook slachtoffers vallen door het systeem dat ons leven beheerst en we verdriet en moeilijkheden niet moeten ontkennen, maar er juist kennis van moeten nemen. En de kwetsbaarheid, gevoeligheden en de verdrietigheden die daarbij horen met elkaar moeten delen.
Om een eigenstandige spiritualiteit te ontwikkelen, om geestelijk op koers te blijven, het is niet gemakkelijk. Want we worden overspoeld door indrukken, adviezen, raadgevingen en aansporingen van buitenaf. Er is een gigantische vermaak industrie ontstaan die er voornamelijk op uit is om ons tegen betaling afleiding te bezorgen. Het gaat allemaal om het persoonlijk welbevinden en dat is een belemmering voor intensief contact tussen mensen. Maar al te vaak raken mensen daardoor ontredderd en komen ze uiteindelijk bij de geestelijke gezondheidszorg terecht. Ook en misschien wel juist in de landen die zo hoog op de geluk lijstjes staan.
Maar goede vriendschap onderhouden, bereidheid nastreven om met anderen op te trekken, het zijn elementen die ons helpen om ons leven op orde te brengen en te houden. Werken aan onszelf met het oog op de ander, ordening geven aan ons innerlijk leven, het overwinnen van gewoonten die ons de weg naar zuiverheid en liefde belemmeren, het helpt ons om de chaos de baas te blijven en de samenhang die zin geeft te herontdekken. Met een variatie op een sleets gezegde: wie het gewone niet eert, is het ongewone niet weerd.